Into the Georgian soul
Door: janmartijn
Blijf op de hoogte en volg Jan
10 Augustus 2010 | Georgië, Tbilisi
Donderdag 5/8
Gordijnen van water
Daniël en ik pakken de metro en stappen de eerste halte na het passeren van de rivier uit. Daar liggen de wijken Avlabari en Metekhi. Vanaf daar lopen we richting het standbeeld van koning Gorgasali en de Metekhi-kerk. Vanaf het metrostation gaat onze weg naar beneden, richting de rivier. We passeren een rotswand, geheel begroeid en door de begroeiing heen stroomt water omlaag als een gordijn. Het zorgt direct voor verkoeling. Vanaf de bergtop waar de Metekhi-kerk ligt, heb je een prachtig uitzicht over de rivier en de stad vanaf de andere kant.
‘s Avonds worden we uitgenodigd door de peetvader van Lasha, onze Georgische vriend. De peetvader woont in Nederland en is een vluchteling uit Abchazië. Hij is na ruim 11 jaar weer in Georgië en nodigt daarom al zijn jeugdvrienden uit voor een Georgisch diner in een restaurant. Alweer zo’n prachtige setting, waarbij het restaurant over de rand van een rots is gemaakt en vanaf de rots stroomt water als een gordijn naar beneden. Dat was de 2e keer al vandaag ;) We ontdekken dat de restaurants vaak een thema hebben en dat er veel wordt geïnvesteerd in de ambiance.
‘Ik keer terug naar Gali’ ;)
Tijdens het diner komen naast de vele gerechten ook flessen vodka en wijn op tafel. Om de 10 minuten volgt er een speech van de tafelheer (tamada) en dan moeten de glazen leeg. Wij maken de fout om rode wijn te bestellen… en dat komt zwaar aan :p. De jeugdvrienden van de peetvader komen allemaal uit Gali en vertellen veelvuldig over hun mooie stad inhet voor nu voor hen verloren Abchazië. We worden als gasten uit den vreemde warm verwelkomd en worden bedankt voor onze aanwezigheid in Georgië :). Er wordt geproost op onze ouders, de overledenen, waaronder de vaders van Lasha en Daniël, het nageslacht, onze vaderlanden en God en al zijn engelen ;). Er worden liedjes aangevraagd bij de lokale band, per stuk 20 lari, voor de peetvader, voor de Nederlandse gasten en voor Daniël en Lasha: een bekend Georgisch liedje (me vzivar navshi). Voor de gelegenheid wordt het lied veranderd in: “me vzivar Galshi” = ik keer terug naar Gali, de stad waar allen uit gevlucht zijn. We belanden diep in de Georgische ziel en op een speech van de peetvader over zijn leven, wedervaren en verliezen, ben ik tot tranen geroerd :s
Trotse Georgiërs
De vluchtelingen uit Gali zijn vooral Mingreliërs en hebben het voor en na hun vlucht erg zwaar gehad. Zij zijn land, goederen en vaak ook veel familie kwijtgeraakt en hebben moeite om een nieuw bestaan op te bouwen. Binnen Georgië vormen zij een apart volkje met een eigen taal, maar voelen zich absoluut Georgisch, net als de Adjaren en de Svaniërs. Zij wonen in het westen en zien er erg Noord-Europees uit. Velen hebben blauwe ogen en blond haar. Zij praten een geheel eigen taal, dat niet verwant is aan Georgisch, maar wel weer aan het Lazisch. Lasha kon hen dan ook niet verstaan en zijn peetvader moest taalkundig springen tussen Mingreels, Georgisch en Nederlands om alle aanwezigen van alles op de hoogte te houden. Hun geschiedenis gaat terug tot diep in de oudheid. Zij vertellen over hun prinses Medea van Colchis (Kolkhida), die verliefd wordt op Jason terwijl hij met zijn Argonauten op zoek is naar het gulden vlies. Georgiërs hangen erg aan hun afkomst langs vaderlijke, regionale lijn en zijn daarin erg trots en tribaal. Afkomst is ook aan hun achternaam te horen: -shvili, -dze, -uri (Kartveels) -ia, -ava,(Mingreels) –ni (Svanisch). Lasha is Kartveliër, zijn verloofde Teona is Adjaars, zijn peetvader is Mingreliër, maar aan de tafel wordt op de eenheid van de GeorgIsche volken geproost en gevierd tot in de late uurtjes.
Vrijdag 6/8
De dag erna zijn we nogal onder indruk en behoorlijk brak. We besluiten om maar het huishouden te doen, kleding te wassen en vooral veel te liggen :p. We hebben het gezamenlijk over de vorige avond gehad. Laat die avond neemt de vriend van Lasha’s zus Nino ons mee naar de bergen rond Tbilisi voor een nachtelijke blik op de stad van licht en wat koele lucht :)) Met een auto reden we met in totaal 6 personen naar wat later zou blijken, een restaurant in de openlucht. Op zowel de heenweg als de terugweg hadden we een prachtig zicht op de stad. Al die lichtjes uitgestrekt over kilometers, met daartussen onverlichte, zwarte stukken van de parken en begraafplaatsen :p; het is absoluut een hele grote stad.
De openluchteetgelegenheid was wederom opgezet in de vrije natuur. Er stonden enkele paviljoentjes, die dienst deden als grote eetkamers. Een enkele daarvan was voorzien van ramen en (voor winters) een haardkachel. Maar de meeste eettafels stonden op verhoogde podia met alleen een dak erboven. Er stond dan een tafel waar gemiddeld 10 mensen konden plaatsnemen en er hing op elke ‘open’ eetplek ook een hangmat. Ook de kleintjes zijn tot diep in de nacht erbij :))
Midden op het terrein was een muziekpodium waarop een aantal muzikanten zaten en traditionele muziek speelden op instrumenten, waaronder de Georgische doedelzak gemaakt van schapenhuid. Het geluid bespeelt de ziel en de melodieën zijn ofwel melodramatisch of opzwepend. Hier en daar raakten mensen voldoende in vervoering en waagden een dans Georgian style. Sierlijk, strak en stijlvol.
Zaterdag 7/8
We reden met de Marshutka (en we hebben de spelling nagevraagd ;)) naar Sighnaghi, een klein stadje in het oosten van Georgië, niet ver van de Azerbeidzjaanse grens. Lasha, zijn zusje Nino en verloofde Teona gingen mee en we zaten behoorlijk opgepropt in een zweterige bus :s. Vervolgens in de hitte gewacht op 2 Israëlische toeristen, die zonder excuus een half uur te laat komen. De chauffeur was al bezig hun bagage te verwijderen en de dame van het stel is daar dan erg verontwaardigd over. Grrrrrrr Na de enerverende reis met de Marshutka kwamen we aan in Sighnaghi. Dit stadje is met veel geld opgeknapt en is daarmee een attractie geworden voor toeristen. Voor de stad loopt een metershoge verdedigingsmuur uit de 18e eeuw, als een fuik opgetrokken tegen de plunderende Dagestaanse bendes uit het noorden! Als een Georgische variant op de Chinese Muur slingert deze muur zich met haar torens en in één daarvan een klein kerkje, door het heuvelachtige landschap op een plek die voor de verdedigende partij een strategisch uitzicht biedt op de omgeving.
Na een korte pitstop in een restaurant begonnen we aan de verkenning van de ’Georgische Muur’. Pas na 12 uur ’s avonds belden we een taxi die ons door een pikzwarte nacht terug naar Tbilisi rijdt. We moesten wel uitkijken voor overstekend wild en remmen voor vossen en marterachtige wezens. Onderweg genoten we van een sterrenhemel waarin honderden sterren duidelijk zichtbaar waren en bekijken tijdens een pitstop onze eigen Melkweg. “Cashi axede, ra lamazia varsklav da cvena....” http://www.youtube.com/watch?v=uX3u-NQ77HY&feature=related
Zondag 8/8
Tegen de middag had ik een gesprek met een medewerker van de organisatie Save the Children. Zij zetten zich in voor de positie van kinderen en jongeren. Het was een interessant en aangenaam gesprek en verliep vlotjes omdat zij Nederlands is en we het gesprek dus in het Nederlands konden voeren. Na een gesprek van ruim een uur heb ik middags mijn aantekeningen van het gesprek verwerkt. Ik kreeg wat nuttige tips over hoe ik een project in Abchazië zou moeten bezoeken.
Tegen de avond kwamen de Georgische vrienden met in hun midden een ‘tantenichtzusje’ :p. We maakten plannen om de volgende dag alsnog naar Dmanisi te gaan en speelden nog fanatiek een paar potjes troefcall.
Maandag 9/8
Onderhandelen op z’n Georgisch
We verzamelden wederom bij het metrostation om vandaar met de ondergrondse (deze metrolijn uit Sovjet-tijd ligt wel erg diep onder de grond) naar het busstation te gaan. Daar aangekomen gaan we op zoek naar de marshutka naar Dmanisi. In eerste instantie blijkt het busje al vol te zitten, maar zoals ook nu, blijven we rond het busje hangen. Daarbij voert Lasha wat onderhandelende gesprekken met enkele mannen. Ons ontgaat iedere notie, maar laten Lasha graag zijn gang gaan. Behalve de mannelijke busbestuurders lopen er ook vrouwen over het busstation. Deze vrouwen hebben allerhande spullen en voedingswaar bij zich die zij de passagiers nog hopen aan te smeren, alvorens die hun reis aanvangen in één van vele, krappe bestelbusjes.
Uiteindelijk blijkt dat er een bestuurder is die ons wil brengen naar Dmanisi. De deal is als volgt: wij rijden met de overige passagiers mee naar de eindbestemming in Dmanisi. Daarna brengt hij ons naar de plek net buiten Dmanisi die wij willen bezoeken, zet ons daar af en haalt ons later op de dag op om ons weer naar Tbilisi te rijden. Klinkt goed! Het busje vertrekt om half 2, nog krap drie kwartier voor wat laatste inkopen. Dit busstation ligt pal naast een markt, dus keus genoeg.
De markt had overal ter wereld gesitueerd kunnen zijn. Ze verkopen er groentes en fruit, karkassen van kip, stukken vlees, brood en zoetigheden en verder een heleboel andere spullen, waarvan een enkele ook door ons gezocht. Er schijnt op de plek die wij willen bezichtigen niks voorhanden te zijn, dus zullen we zelf eten en drinken mee moeten nemen, dus ook een mes (om later de watermeloen te kunnen aansnijden), servetten en iets om op te picknicken. Gelukkig weten de Georgische meisjes wel raad met deze ’opdracht’. Uiteindelijk zitten ook wij in het busje met naast ons nog 17 mensen, inclusief de bestuurder. Om iedereen een plek te geven, worden er tijdens het instappen tussen de lege bankjes twee krukjes geplaatst, die uiteindelijk gebruikt worden door 4 mensen :s!
Lolbroek Johnny
Dmanisi ligt ten zuiden van Tbilisi, niet ver van de grens met Armenië. De route voert ons ditmaal langs een totaal ander landschap. Onderweg wordt een aantal keer gestopt, onder andere om hartmedicijnen te kopen (t.w.v. 400 Lari) voor een familielid van een van onze medepassagiers. De bestuurder is een ware lolbroek en maakt met alle passagiers een praatje. Wij zijn ook aan de beurt en hij vertelt aan de andere passagiers dat hij ons straks zal brengen bij de opgravingen van Dmanisi. De ‘locals’ weten ongeveer wel waar het over gaat, maar we vragen ons af of zij de juiste lading er aan toedichten. Sommigen zien in hen Adam en Eva of de eerste Georgiërs.
Als de laatste medepassagiers zijn uitgestapt is de bus voor ons alleen. Alvorens het dorp uit te rijden brengt de bestuurder, hij heet Johnny en heeft enkele jaren in Canada gewoond, ons bij de dorpssuper. Daar kunnen we nog wat extra drinken inkopen, een grote watermeloen, wat zaken voor de salade &c. De chauffeur had versgebakken brood gehaald en zou later nog wijn en kaas meenemen. Terwijl we het dorp uitrijden en ook andere gehuchten doorkruizen, staan verontwaardigde mensen boos gebarend langs de kant van de weg. Ze hadden immers het busje het dorp zien binnen komen rijden, dus dachten ze de volgende bus te kunnen nemen het dorp weer uit :s. Hebben wij met onze deal met deze busbestuurder nu de dienstregeling op dit traject in de war gebracht? :p Johnny bleef tot het einde ongevraagd onze gids, vertelde vol trots van alles uit zichzelf en beantwoordde al onze vragen. We begrepen dat het voor hem een welkome afwisseling was op zijn dagelijkse sleur van de marshutka-route en waarschijnlijk zullen de verhalen over ons nog maanden in de bus worden naverteld.
Mzia en Zezva
Uiteindelijk komen we aan in Patara Dmanisi (klein Dmanisi). De weg erheen voert langs gebeeldhouwde rotswanden begroeid met naald- en loofwoud en rotsige bergbeekjes in diepe ravijnen, waarin de lokale bevolking zwemt, vist, picknickt en barbecued. We voelen ons inderdaad een beetje in het Hof van Eden en bediscussiëren met Lasha en Nino waarom de ‘eerste mensen’ hier zijn gaan wonen. Uiteindelijk concludeerden we allemaal dat zij het gewoon ook mooi vonden :p.
Aangekomen bij de archeologische site ging het antropologische hart van Daniël harder en harder kloppen. Maar of de duvel ermee speelde; HET HEK WAS DICHT! @%$^%@@! $%. Ow neee, het was weer maandag! :s. Johnny, ’our buddy from Canada’ sprong over het hek gevolgd door Lasha en kwam 2 bewakers tegen. De moed zakte ons in de schoenen, maar Johnny ging rondbellen en gaf zijn mobiel aan de bewaker……. En HET MOCHT! :D We werden vriendelijk binnengelaten en mochten de site bezoeken. We maakten foto’s van de opgravingen: de Middeleeuwse resten, uit het bronzen tijdperk en uiteindelijk de langverwachte prehistorische resten. De man van Dmanisi, de oer-Europeaan, Homo Georgicus overtrof ieders stoutste verwachtingen. Zowaar waren er botresten te zien in de aarde waar de opgravingen nog volop bezig waren. En wij hadden mazzel dat er vandaag niemand werkte of op bezoek was, dus hadden we het rijk alleen. Thank you Johnny boy :) Hilariteit en respect alom over de replica’s van Mzia en Zezva, de oermoeder en oervader van Europa.
Mindpics
Na de resten van de baden van Koningin Tamar en andere (pre)historische resten en een geweldig uitzicht over de ravijnen en bergruggen tussen Armenië en Georgië, sloegen we de kerk van Sioni over, omdat de voor de toeristen aangesnelde priester er niet van gediend was dat de meiden in korte broek de kerk zouden betreden. We lieten ons afzetten bij een beekje en hebben de picknick voorbereid. Watermeloen en dranken werden in de beek geklemd, zelf zaten we met de voeten in het water en een slipper van Daniël, die de beek afsnelde, werd nog gered :p. Johnny bracht huisgemaakte wijn en Imeruli-kaas en de salade was klaar. We hebben aan het water geproost op het mooie land, het mooie leven en de mooie herinneringen. En op Johnny voor het feit dat hij een geweldige gozer is ;) Gaumarjos Johnny, magari kaci xar :)!
Dinsdag 10/8
Vandaag heeft een medewerker van USAid (dé Amerikaanse hulporganisatie) gereageerd op een eerdere mailwisseling die ik met een collega van haar heb gehad. Haar reactie klinkt positief, hopelijk lukt het om in de komende 2 weken nog een aantal afspraken te maken.
We treffen verder vandaag voorbereidingen om naar Adzjarië te gaan aan de Zwarte Zee. Onze vrienden gaan mee en ook een goede vriend van Lasha, die Daniël al uit NL kent. Nino heeft 2 appartementen geregeld. Morgenochtend vroeg om 8.30u vertrekken we met de trein en verzamelen al om 7.30u :s. Rond de 16e zijn we weer terug in Tbilisi. Geen idee of er internet is in de appartementen daar, maar dat merken jullie gauw genoeg :p.
Gordijnen van water
Daniël en ik pakken de metro en stappen de eerste halte na het passeren van de rivier uit. Daar liggen de wijken Avlabari en Metekhi. Vanaf daar lopen we richting het standbeeld van koning Gorgasali en de Metekhi-kerk. Vanaf het metrostation gaat onze weg naar beneden, richting de rivier. We passeren een rotswand, geheel begroeid en door de begroeiing heen stroomt water omlaag als een gordijn. Het zorgt direct voor verkoeling. Vanaf de bergtop waar de Metekhi-kerk ligt, heb je een prachtig uitzicht over de rivier en de stad vanaf de andere kant.
‘s Avonds worden we uitgenodigd door de peetvader van Lasha, onze Georgische vriend. De peetvader woont in Nederland en is een vluchteling uit Abchazië. Hij is na ruim 11 jaar weer in Georgië en nodigt daarom al zijn jeugdvrienden uit voor een Georgisch diner in een restaurant. Alweer zo’n prachtige setting, waarbij het restaurant over de rand van een rots is gemaakt en vanaf de rots stroomt water als een gordijn naar beneden. Dat was de 2e keer al vandaag ;) We ontdekken dat de restaurants vaak een thema hebben en dat er veel wordt geïnvesteerd in de ambiance.
‘Ik keer terug naar Gali’ ;)
Tijdens het diner komen naast de vele gerechten ook flessen vodka en wijn op tafel. Om de 10 minuten volgt er een speech van de tafelheer (tamada) en dan moeten de glazen leeg. Wij maken de fout om rode wijn te bestellen… en dat komt zwaar aan :p. De jeugdvrienden van de peetvader komen allemaal uit Gali en vertellen veelvuldig over hun mooie stad inhet voor nu voor hen verloren Abchazië. We worden als gasten uit den vreemde warm verwelkomd en worden bedankt voor onze aanwezigheid in Georgië :). Er wordt geproost op onze ouders, de overledenen, waaronder de vaders van Lasha en Daniël, het nageslacht, onze vaderlanden en God en al zijn engelen ;). Er worden liedjes aangevraagd bij de lokale band, per stuk 20 lari, voor de peetvader, voor de Nederlandse gasten en voor Daniël en Lasha: een bekend Georgisch liedje (me vzivar navshi). Voor de gelegenheid wordt het lied veranderd in: “me vzivar Galshi” = ik keer terug naar Gali, de stad waar allen uit gevlucht zijn. We belanden diep in de Georgische ziel en op een speech van de peetvader over zijn leven, wedervaren en verliezen, ben ik tot tranen geroerd :s
Trotse Georgiërs
De vluchtelingen uit Gali zijn vooral Mingreliërs en hebben het voor en na hun vlucht erg zwaar gehad. Zij zijn land, goederen en vaak ook veel familie kwijtgeraakt en hebben moeite om een nieuw bestaan op te bouwen. Binnen Georgië vormen zij een apart volkje met een eigen taal, maar voelen zich absoluut Georgisch, net als de Adjaren en de Svaniërs. Zij wonen in het westen en zien er erg Noord-Europees uit. Velen hebben blauwe ogen en blond haar. Zij praten een geheel eigen taal, dat niet verwant is aan Georgisch, maar wel weer aan het Lazisch. Lasha kon hen dan ook niet verstaan en zijn peetvader moest taalkundig springen tussen Mingreels, Georgisch en Nederlands om alle aanwezigen van alles op de hoogte te houden. Hun geschiedenis gaat terug tot diep in de oudheid. Zij vertellen over hun prinses Medea van Colchis (Kolkhida), die verliefd wordt op Jason terwijl hij met zijn Argonauten op zoek is naar het gulden vlies. Georgiërs hangen erg aan hun afkomst langs vaderlijke, regionale lijn en zijn daarin erg trots en tribaal. Afkomst is ook aan hun achternaam te horen: -shvili, -dze, -uri (Kartveels) -ia, -ava,(Mingreels) –ni (Svanisch). Lasha is Kartveliër, zijn verloofde Teona is Adjaars, zijn peetvader is Mingreliër, maar aan de tafel wordt op de eenheid van de GeorgIsche volken geproost en gevierd tot in de late uurtjes.
Vrijdag 6/8
De dag erna zijn we nogal onder indruk en behoorlijk brak. We besluiten om maar het huishouden te doen, kleding te wassen en vooral veel te liggen :p. We hebben het gezamenlijk over de vorige avond gehad. Laat die avond neemt de vriend van Lasha’s zus Nino ons mee naar de bergen rond Tbilisi voor een nachtelijke blik op de stad van licht en wat koele lucht :)) Met een auto reden we met in totaal 6 personen naar wat later zou blijken, een restaurant in de openlucht. Op zowel de heenweg als de terugweg hadden we een prachtig zicht op de stad. Al die lichtjes uitgestrekt over kilometers, met daartussen onverlichte, zwarte stukken van de parken en begraafplaatsen :p; het is absoluut een hele grote stad.
De openluchteetgelegenheid was wederom opgezet in de vrije natuur. Er stonden enkele paviljoentjes, die dienst deden als grote eetkamers. Een enkele daarvan was voorzien van ramen en (voor winters) een haardkachel. Maar de meeste eettafels stonden op verhoogde podia met alleen een dak erboven. Er stond dan een tafel waar gemiddeld 10 mensen konden plaatsnemen en er hing op elke ‘open’ eetplek ook een hangmat. Ook de kleintjes zijn tot diep in de nacht erbij :))
Midden op het terrein was een muziekpodium waarop een aantal muzikanten zaten en traditionele muziek speelden op instrumenten, waaronder de Georgische doedelzak gemaakt van schapenhuid. Het geluid bespeelt de ziel en de melodieën zijn ofwel melodramatisch of opzwepend. Hier en daar raakten mensen voldoende in vervoering en waagden een dans Georgian style. Sierlijk, strak en stijlvol.
Zaterdag 7/8
We reden met de Marshutka (en we hebben de spelling nagevraagd ;)) naar Sighnaghi, een klein stadje in het oosten van Georgië, niet ver van de Azerbeidzjaanse grens. Lasha, zijn zusje Nino en verloofde Teona gingen mee en we zaten behoorlijk opgepropt in een zweterige bus :s. Vervolgens in de hitte gewacht op 2 Israëlische toeristen, die zonder excuus een half uur te laat komen. De chauffeur was al bezig hun bagage te verwijderen en de dame van het stel is daar dan erg verontwaardigd over. Grrrrrrr Na de enerverende reis met de Marshutka kwamen we aan in Sighnaghi. Dit stadje is met veel geld opgeknapt en is daarmee een attractie geworden voor toeristen. Voor de stad loopt een metershoge verdedigingsmuur uit de 18e eeuw, als een fuik opgetrokken tegen de plunderende Dagestaanse bendes uit het noorden! Als een Georgische variant op de Chinese Muur slingert deze muur zich met haar torens en in één daarvan een klein kerkje, door het heuvelachtige landschap op een plek die voor de verdedigende partij een strategisch uitzicht biedt op de omgeving.
Na een korte pitstop in een restaurant begonnen we aan de verkenning van de ’Georgische Muur’. Pas na 12 uur ’s avonds belden we een taxi die ons door een pikzwarte nacht terug naar Tbilisi rijdt. We moesten wel uitkijken voor overstekend wild en remmen voor vossen en marterachtige wezens. Onderweg genoten we van een sterrenhemel waarin honderden sterren duidelijk zichtbaar waren en bekijken tijdens een pitstop onze eigen Melkweg. “Cashi axede, ra lamazia varsklav da cvena....” http://www.youtube.com/watch?v=uX3u-NQ77HY&feature=related
Zondag 8/8
Tegen de middag had ik een gesprek met een medewerker van de organisatie Save the Children. Zij zetten zich in voor de positie van kinderen en jongeren. Het was een interessant en aangenaam gesprek en verliep vlotjes omdat zij Nederlands is en we het gesprek dus in het Nederlands konden voeren. Na een gesprek van ruim een uur heb ik middags mijn aantekeningen van het gesprek verwerkt. Ik kreeg wat nuttige tips over hoe ik een project in Abchazië zou moeten bezoeken.
Tegen de avond kwamen de Georgische vrienden met in hun midden een ‘tantenichtzusje’ :p. We maakten plannen om de volgende dag alsnog naar Dmanisi te gaan en speelden nog fanatiek een paar potjes troefcall.
Maandag 9/8
Onderhandelen op z’n Georgisch
We verzamelden wederom bij het metrostation om vandaar met de ondergrondse (deze metrolijn uit Sovjet-tijd ligt wel erg diep onder de grond) naar het busstation te gaan. Daar aangekomen gaan we op zoek naar de marshutka naar Dmanisi. In eerste instantie blijkt het busje al vol te zitten, maar zoals ook nu, blijven we rond het busje hangen. Daarbij voert Lasha wat onderhandelende gesprekken met enkele mannen. Ons ontgaat iedere notie, maar laten Lasha graag zijn gang gaan. Behalve de mannelijke busbestuurders lopen er ook vrouwen over het busstation. Deze vrouwen hebben allerhande spullen en voedingswaar bij zich die zij de passagiers nog hopen aan te smeren, alvorens die hun reis aanvangen in één van vele, krappe bestelbusjes.
Uiteindelijk blijkt dat er een bestuurder is die ons wil brengen naar Dmanisi. De deal is als volgt: wij rijden met de overige passagiers mee naar de eindbestemming in Dmanisi. Daarna brengt hij ons naar de plek net buiten Dmanisi die wij willen bezoeken, zet ons daar af en haalt ons later op de dag op om ons weer naar Tbilisi te rijden. Klinkt goed! Het busje vertrekt om half 2, nog krap drie kwartier voor wat laatste inkopen. Dit busstation ligt pal naast een markt, dus keus genoeg.
De markt had overal ter wereld gesitueerd kunnen zijn. Ze verkopen er groentes en fruit, karkassen van kip, stukken vlees, brood en zoetigheden en verder een heleboel andere spullen, waarvan een enkele ook door ons gezocht. Er schijnt op de plek die wij willen bezichtigen niks voorhanden te zijn, dus zullen we zelf eten en drinken mee moeten nemen, dus ook een mes (om later de watermeloen te kunnen aansnijden), servetten en iets om op te picknicken. Gelukkig weten de Georgische meisjes wel raad met deze ’opdracht’. Uiteindelijk zitten ook wij in het busje met naast ons nog 17 mensen, inclusief de bestuurder. Om iedereen een plek te geven, worden er tijdens het instappen tussen de lege bankjes twee krukjes geplaatst, die uiteindelijk gebruikt worden door 4 mensen :s!
Lolbroek Johnny
Dmanisi ligt ten zuiden van Tbilisi, niet ver van de grens met Armenië. De route voert ons ditmaal langs een totaal ander landschap. Onderweg wordt een aantal keer gestopt, onder andere om hartmedicijnen te kopen (t.w.v. 400 Lari) voor een familielid van een van onze medepassagiers. De bestuurder is een ware lolbroek en maakt met alle passagiers een praatje. Wij zijn ook aan de beurt en hij vertelt aan de andere passagiers dat hij ons straks zal brengen bij de opgravingen van Dmanisi. De ‘locals’ weten ongeveer wel waar het over gaat, maar we vragen ons af of zij de juiste lading er aan toedichten. Sommigen zien in hen Adam en Eva of de eerste Georgiërs.
Als de laatste medepassagiers zijn uitgestapt is de bus voor ons alleen. Alvorens het dorp uit te rijden brengt de bestuurder, hij heet Johnny en heeft enkele jaren in Canada gewoond, ons bij de dorpssuper. Daar kunnen we nog wat extra drinken inkopen, een grote watermeloen, wat zaken voor de salade &c. De chauffeur had versgebakken brood gehaald en zou later nog wijn en kaas meenemen. Terwijl we het dorp uitrijden en ook andere gehuchten doorkruizen, staan verontwaardigde mensen boos gebarend langs de kant van de weg. Ze hadden immers het busje het dorp zien binnen komen rijden, dus dachten ze de volgende bus te kunnen nemen het dorp weer uit :s. Hebben wij met onze deal met deze busbestuurder nu de dienstregeling op dit traject in de war gebracht? :p Johnny bleef tot het einde ongevraagd onze gids, vertelde vol trots van alles uit zichzelf en beantwoordde al onze vragen. We begrepen dat het voor hem een welkome afwisseling was op zijn dagelijkse sleur van de marshutka-route en waarschijnlijk zullen de verhalen over ons nog maanden in de bus worden naverteld.
Mzia en Zezva
Uiteindelijk komen we aan in Patara Dmanisi (klein Dmanisi). De weg erheen voert langs gebeeldhouwde rotswanden begroeid met naald- en loofwoud en rotsige bergbeekjes in diepe ravijnen, waarin de lokale bevolking zwemt, vist, picknickt en barbecued. We voelen ons inderdaad een beetje in het Hof van Eden en bediscussiëren met Lasha en Nino waarom de ‘eerste mensen’ hier zijn gaan wonen. Uiteindelijk concludeerden we allemaal dat zij het gewoon ook mooi vonden :p.
Aangekomen bij de archeologische site ging het antropologische hart van Daniël harder en harder kloppen. Maar of de duvel ermee speelde; HET HEK WAS DICHT! @%$^%@@! $%. Ow neee, het was weer maandag! :s. Johnny, ’our buddy from Canada’ sprong over het hek gevolgd door Lasha en kwam 2 bewakers tegen. De moed zakte ons in de schoenen, maar Johnny ging rondbellen en gaf zijn mobiel aan de bewaker……. En HET MOCHT! :D We werden vriendelijk binnengelaten en mochten de site bezoeken. We maakten foto’s van de opgravingen: de Middeleeuwse resten, uit het bronzen tijdperk en uiteindelijk de langverwachte prehistorische resten. De man van Dmanisi, de oer-Europeaan, Homo Georgicus overtrof ieders stoutste verwachtingen. Zowaar waren er botresten te zien in de aarde waar de opgravingen nog volop bezig waren. En wij hadden mazzel dat er vandaag niemand werkte of op bezoek was, dus hadden we het rijk alleen. Thank you Johnny boy :) Hilariteit en respect alom over de replica’s van Mzia en Zezva, de oermoeder en oervader van Europa.
Mindpics
Na de resten van de baden van Koningin Tamar en andere (pre)historische resten en een geweldig uitzicht over de ravijnen en bergruggen tussen Armenië en Georgië, sloegen we de kerk van Sioni over, omdat de voor de toeristen aangesnelde priester er niet van gediend was dat de meiden in korte broek de kerk zouden betreden. We lieten ons afzetten bij een beekje en hebben de picknick voorbereid. Watermeloen en dranken werden in de beek geklemd, zelf zaten we met de voeten in het water en een slipper van Daniël, die de beek afsnelde, werd nog gered :p. Johnny bracht huisgemaakte wijn en Imeruli-kaas en de salade was klaar. We hebben aan het water geproost op het mooie land, het mooie leven en de mooie herinneringen. En op Johnny voor het feit dat hij een geweldige gozer is ;) Gaumarjos Johnny, magari kaci xar :)!
Dinsdag 10/8
Vandaag heeft een medewerker van USAid (dé Amerikaanse hulporganisatie) gereageerd op een eerdere mailwisseling die ik met een collega van haar heb gehad. Haar reactie klinkt positief, hopelijk lukt het om in de komende 2 weken nog een aantal afspraken te maken.
We treffen verder vandaag voorbereidingen om naar Adzjarië te gaan aan de Zwarte Zee. Onze vrienden gaan mee en ook een goede vriend van Lasha, die Daniël al uit NL kent. Nino heeft 2 appartementen geregeld. Morgenochtend vroeg om 8.30u vertrekken we met de trein en verzamelen al om 7.30u :s. Rond de 16e zijn we weer terug in Tbilisi. Geen idee of er internet is in de appartementen daar, maar dat merken jullie gauw genoeg :p.
-
11 Augustus 2010 - 06:45
Vivian:
Leuk dat jullie zoveel over de geschiedenis van Georgie komen te weten.
En nu even lekker wat verkoeling van de Zwarte Zee, geniet!!!
Xx. -
11 Augustus 2010 - 10:00
Mimi XXX:
WoW !!!!! wat een goed idee dit via het web te verzenden. Ik heb het gevoel dat jullie weer een onvergetelijke reis aan het maken zijn. Fijn om op deze manier een stukje mee te mogen reizen. De rest v/d verhalen komen jullie later maar vertellen onder het genot van een goede maaltijd en een lekker flesje. Mimi XXX -
11 Augustus 2010 - 17:41
Coby En John:
heel leuk dat wij op deze manier een beetje meereizen met jullie.
Groet Sandra van ons. -
12 Augustus 2010 - 22:57
Jaya:
Hi guys,
Wat een geweldig en prachtig land zeg. En wat een sympathieke mensen. Merk dat jullie erg genieten. Kunnen jullie voortaan niet voor ons op vakantie gaan? Zo kost het ons niks en beleven we toch heel wat!!!!
Anyway, pas goed op elkaar en tot gauw!
Liefs....julie zus! En natuurlijk van Roshan een dikke knuffel en kus! -
13 Augustus 2010 - 13:12
Geeta:
Oella ik net terug van vakantie.Ik heb net al jullie verhalen gelezen.Dit is beter dan de telefoon!Ik hoor alles en mis niks!Het klinkt allemaal reuze vriendelijk.Wat fijn dat jullie ook goed met de munteenheid om kunnen gaan.het was zeker wel wennen!Groetjes+xxx Geeta -
16 Augustus 2010 - 17:50
Mama/fried:
Wat een prachtig land!!!!
Zoveel te bewonderen en zo leuk dat we alles kunnen meebeleven. -
17 Augustus 2010 - 14:26
AashiQ:
Habiebashvili hihi
tot gauw
x -
17 Augustus 2010 - 18:02
Edith:
Wat mooi allemaal! Het land, en de mensen. Wat een vertellers/schrijvers zijn julllie en lief van jullie dat wij dit met jullie mogen delen ( zou zo in de vliegtuig willen stappen en daarnaartoe willen afreizen). Nog vele mooie ervaringen! Edith -
17 Augustus 2010 - 20:55
MaQran:
Iedereen weer ontzettend bedankt voor de hartverwarmende reacties. Het is weer bijna een week geleden en wij zijn weer terug. Hoe en wat lezen jullie wel :p
ps. Haasje, het is Habibishvili ;)) -
19 Augustus 2010 - 10:55
Mitra:
Hallo Jan & Amar,
WAt een fantastische dingen beleven jullie daar.
Veel plezier.
btw internet verbinding bij Asha liet het afweten toen met skype
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley